Home Zweefvliegtuig Regelgeving
Regelgeving m.b.t. onderhoud aan zweefvliegtuigen

Het onderhoud aan zweefvliegtuigen is vastgelegd in de Europese regelgeving van EASA. In de zogenaamde BASIC Regulation is vastgelegd welke vliegtuigen luchtwaardig gehouden moeten worden volgens EASA regelingen en welke toestellen onder Nationaal recht vallen. De toestellen die onder Nationaal recht vallen staan beschreven in ANNEX I van de Basic Regulation (EU) 2018/1139.

Als je zweefvliegtuig onder EASA regelgeving valt dan is de regelgeving voor Continuing Airworthiness (EU) No1321/2014 van toepassing. Deze regeling staat ook wel bekend als Part M (Maintenancen). Per 24 maart 2020 zijn er regels speciaal voor general aviation in werking getreden. Het betreft Annex Vb Part ML (Maintenance for light aircraft). Part ML Bij het luchtwaardig houden heeft de eigenaar te maken met bedrijven volgens Annex Vd Part CAO en bevoegd onderhoudspersoneel volgens Annex III Part 66 L.

De verantwoordelijkheden en taken van de eigenaar, bedrijven en bevoegd personeel staan in ML.A. Daar staat onder andere:

  • De eigenaar is verantwoordelijk voor de luchtwaardigheid
  • De eigenaar moet een vliegtuigadministratie verzorgen en boorddocumenten bijhouden
  • Het toestel moet luchtwaardig gehouden worden aan de hand van een specifiek onderhoudsprogramma
  • Het onderhoud, inspecties en reparaties moeten worden uitgevoerd door erkende bedrijven, erkend personeel of door de eigenaar (pilot owner maintenance)
  • Werkzaamheden moeten gedocumenteerd worden en voldoen aan wettelijke eisen. Na uitvoering van het werk moet het toestel vrijgegeven worden volgens ML.A.801
  • De luchtwaardigheid moet worden vastgelegd op een ARC (airworthiness Review Certificaat). Dit certificaat mag worden afgegeven door een bevoegd bedrijf b.v.een CAO of CAMO. Ook mag een ARC afgegeven worden door een technicus met de bevoegdheid ARC afgifte

Bij Annex I toestellen en toestellen met een ICAO BVL is de nationale regelgeving van toepassing n.l. Regeling nationale veiligheidsvoorschriften luchtvaartuigen. Er zijn een paar verschillen:

  • Voor toestellen die onder Nederlands recht vallen bestaat er geen POM (Pilot Owner Maintenance)
  • Het onderhoudsprogramma voor Annex I moet worden goedgekeurd door een CAMO of door ILenT
  • De jaarlijkse BVL verlenging vindt plaats door ILenT op advies van een CAMO inspecteur

Bij het uitvoeren van de werkzaamheden dient de eigenaar, technicus of bedrijf zich te houden aan de instructies van de fabrikant (onderhoudshandboek, reparatiehandboek, tekeningen van de fabrikant). Behalve de instructies van de fabrikant heeft de technicus nog de mogelijkheid gebruik te maken van de procedures beschreven in EASA CS-STAN (certification specifications for standard repairs and changes).