Componenten | ||
Onder het kopje Zweefvliegtuig van deze website staat de algemene regelgeving inzake het onderhoud van het zweefvliegtuig beschreven. De fabrikant van het vliegtuig beschrijft in het Maintenance Manual, Flight Manual of TCDS (type certificate datasheet) welke componenten mogen worden ingebouwd en welk periodiek onderhoud voorgeschreven is. De eigenaar van het luchtvaartuig mag ook gebruik maken van de EASA publicatie “CS STAN” (standaard wijzigingen en reparaties). Vaak verwijst de fabrikant van het toestel naar de fabrikant van het component (b.v. Tost, Winter, Transponders) Luchtvaartuigen kunnen onder nationaal recht vallen (ANNEX I). In dat geval zijn onderhoudsaanwijzingen van de Nederlandse overheid verplicht. Indien toestellen onder het EASA regiem vallen gelden de EASA regels. U mag Nederlandse MD NL- wel toepassen voor EASA toestellen maar het is niet verplicht. Op deze pagina zullen we de onderhoudsvoorschriften voor de verschillende componenten verder toelichten. LET OP: Controleer ALTIJD of er nieuwe instructies zijn van de fabrikant. |
||
Onderhoud aan hoogtemeters | ||
Bepalend voor het uit te voeren onderhoud zijn de onderhoudsvoorschriften van de fabrikant van de hoogtemeter.
Hoogtemeters van Winter
Hoogtemeters van PZL
Andere fabrikanten
Geeft de fabrikant geen reactie of bestaat de fabrikant niet meer: dan geldt de vangnetwerking van MD NL-2011-002 voor ANNEX I. Voor EASA toestellen kan je gebruik kan maken van EASA CS-STAN (standard repairs, standard changes) en AC-43.13-1b of als dat uitkomt de MD NL-2011-002. |
||
Onderhoud aan snelheidsmeters | ||
Bepalend voor het uit te voeren onderhoud zijn de onderhoudsvoorschriften van de fabrikant van de snelheidsmeter.
Snelheidsmeters van Winter
Snelheidsmeter van PZL
Andere fabrikanten
Geeft de fabrikant geen reactie of bestaat de fabrikant niet meer: dan geldt de vangnetwerking van MD NL-2011-002 voor ANNEX I. Voor EASA toestellen kan je gebruik kan maken van EASA CS-STAN (standard repairs, standard changes) en AC-43.13-1b of als dat uitkomt de MD NL-2011-002. |
||
Onderhoud aan ontkoppelhaken | ||
Voor zover ons bekend zijn er drie merken ontkoppelhaken in gebruik: Fokker, Tost en Cair.
Fokkerhaken
Tosthaken
Cair-haken |
||
Onderhoud aan veiligheidsriemen | ||
Veiligheidsriemen dienen elke 12 jaar overhauld te worden. |
||
Onderhoud aan radio's | ||
Net als voor alle andere componenten en instrumenten dienen radio's te worden onderhouden conform de voorschriften van de fabrikant van de radio en EASA. Voor Annex I toestellen kan de Nederlanse autoriteit eisen stellen. De Continued Airworthiness aanwijzingen voor deze radio's zijn opgenomen in de handboeken die bij de radio meegeleverd worden. De meeste moderne radio’s zijn voorzien van ingebouwde “selftests” en verder onderhoudsvrij. Radiokeuringen kunnen worden uitgevoerd door een bevoegde technicus of een daartoe erkend bedrijf, bijvoorbeeld bij Service Center Terlet, IAS of ASP Avionics NV/SA (Genk Zwartberg, Belgie). |
||
Onderhoud aan transponders | ||
Net als voor alle andere componenten en instrumenten dienen transponders te worden onderhouden conform de voorschriften van de fabrikant of EASA. Daarnaast heeft Maintenance Directive MD NL-2011-002 R1 een vangnetfunctie voor periodieke inspecties en onderhoud van onder andere transponders. Deze MD is verplicht voor Annex I toestellen. Eigenaren van toestellen die onder EASA regime vallen mogen de MD vrijwillig toepassen.
Na inbouw, initiële keuring en testvlucht vereisen de meeste fabrikanten van transponders geen periodieke onderhoud.
Of een transponder een verplicht instrument is wordt in eerste instantie bepaald door het vlieghandboek en het type certificaat (TCDS) van het vliegtuig. Daarnaast kan het een operationele verplichting zijn om een transponder te hebben (zoals in het grootste deel van het Nederlandse luchtruim). De regelgeving voor het gebruik van luchtruim kan eisen stellen aan keuringen van apparatuur. Bijvoorbeeld EASA PART NCO (non commercial operations). |
||
Flarm en overige apparatuur | ||
Bij het gebruiken van apparatuur in een zweefvliegtuig dient de eigenaar de eisen te volgen die gedefinieerd zijn in PART-ML. Apparatuur mag ingebouwd worden als dat door de fabrikant van het toestel beschreven is in TCDS, flight Manual, Maintenance manual, TM. Verder kan men zich baseren op standaard wijzigingen beschreven in CS-STAN. Verder blijft nog de route open voor een Minor Change of een Major Change goedgekeurd door EASA. |
||
Testen ELT's | ||
Bijgevoegde EASA Service Information Bulletin (SIB) geeft aanwijzingen voor het periodiek testen en onderhoud aan ELT’s (Emergency Locator Transmitter). Raadpleeg naast de onderhoudsinstructies van de fabrikant, deze SIB als je in een TMG of zweefvliegtuig een ELT hebt ingebouwd.
|
||
Weging en zwaartepuntbepaling | ||
Met de uitgifte van MD NL-2011-002R1, zijn er ook aanwijzingen afgegeven voor een verplichte periodieke weging van vliegtuigen.
Deze aanwijzingen zijn alleen van toepassing voor vliegtuigen met een ICAO BvL of Special BvL. Vliegtuigen die door Airworthiness Review Staff ge-inspecteerd worden hebben normaal gesproken een EASA BVL, daarvoor is deze aanwijzing niet van toepassing.
Voor EASA regiem toestellen geldt PART SAO. Deze regeling schrijft voor dat zweefvliegtuigen niet periodiek gewogen hoeven te worden.
In de MD is rekening gehouden dat EASA voor niet complexe luchtvaartuigen geen periodieke weging vereist. De 48 maanden weging is enkel van toepassing op luchtvaartuigen met een ICAO of Special BvL, niet voor luchtvaartuigen met een EASA BvL. |
||
Overige componenten | ||
|
||
Nieuwste versie van brondocumenten | ||
Winter-instruments
Tost haken
Riemen
|